
Gisbertus Voetsius
3 maart 1589 – 1 nov 1676
Gisbertus Voetsius, Nederlands Gereformeerd theoloog, 3 maart 1589 te Heusden – 1 november 1676 te Utrecht.
Hij was een groot voorstander van de Nadere Reformatie. Voetsius sluit aan bij de door hem zeer vereerde W. Teellinck. Ook is Voetsius net als Teellinck beïnvloed door het Puritanisme. Dit moet zichtbaar zijn in de levensstijl van de zichtbare kerk. Hij heeft sterker dan Teellinck een “mystieke” reserve, die mede de oorzaak was van de teleurstellingen die hij ondervond, waardoor zijn profetische visie verschraalde.
Voetsius wilde zowel de wetenschap als de vroomheid dienen. Hij heeft dat als een eenheid verstaan. Zijn wetenschappelijke werk heeft hij in scholastieke vorm ingekleed. Te noemen zijn de 5 delen Selectarum disputationum theologicarum (1648-1669), maar ook zijn 4 delen van zijn Politica ecclesiastica (1663-1676) moeten hier genoemd worden.
Hij maakte van dichtbij de Remonstrantse moeilijkheden mee en nam deel aan de contraremonstrantse verweer. Hij had een onopgemerkte rol in de Synode van Dordtrecht. Hij werd pas later opgemerkt, dat kan ook te maken hebben met zijn nietige postuur.
In 1634 kwam zijn benoeming tot hoogleraar aan de Utrechtse Illustere School en gaf daar les in Oosterse talen en theologie. In 1636 werd deze school verheven tot Hogeschool. Bij zijn inauguratie en bij de inwijding van de nieuwe hogeschool sprak Voetsius over een verwant thema: “het nut der hogescholen wordt dáár gevonden, waar wetenschap met vroomheid gepaard gaan”. Voetsius was een voorstander van de Nadere Reformatie.
De “mystieke” kant waarvan het ons moeilijk valt de eenheid met het scholastieke te voelen, is uiteengezet in Ta ascetica, sive exercitie pietatis (1664), deze zijn deels gepopulariseerd in Brakel sr. Trappen des geestelijken levens). Een samenvatting van zijn hele denken kan men vinden in zijn Catechisatie over de Heidelbergse Catechismus, bv. in de ed. A. Kuyper (1891, 2 delen).