Antonius Wallaeus - Dioneth

Antonius Walaeus
okt 1573 – 3 Juli 1639

Antonius Walaeus (Antoine de Waele, Anton van Wale), oktober 1573, Gent – 3 Juli 1639. Vanuit deze stad moesten hij en zijn ouders al in zijn jeugd wegtrekken doordat de hertog van Parma met zijn legers oprukte en zijn vader het risico liep om opgepakt te worden. Door een nachtelijke ervaring, waarbij Walaeus een stem gehoord had, ervoer Walaeus een roeping om predikant te worden.  Walaeus kwam zo in Middelburg te wonen, – was een Nederlandse predikant, theoloog en wetenschapper. Hij studeerde in Leiden waar hij bij Gomarus inwoonde.

Na zijn verblijf in Leiden reisde Walaeus heel Europa rond, waarbij hij Basel, Genève en Heidelberg aandeed. Hij ontmoette daarbij onder meer Theodorus Beza, een geleerde die zich bezig hield met het manuscriptenonderzoek van het Nieuwe Testament (de studie om de meest oorspronkelijke grondtekst van het Nieuwe Testament te ontdekken). Toen Walaeus in 1601 weer in Leiden aankwam, kon hij daar predikant worden.

Walaeus werd predikant te Koudekerke, 1602 en Middelburg, 1605, waar hij aan de Latijnse school Griekse wijsbegeerte doceerde. Hoewel hij in feite geen hoogleraar meer was, werd hij toch als zodanig afgevaardigd naar de Synode van Dordrecht, waar hij benoemd werd tot secundus-vertaler en revisor van het Nieuwe Testament en lid van de commissie van redactie der leerregels. Hem werd opgedragen Oldenbarnevelt in zijn laatste uren bij te staan. Walaeus was een infralapsariër en koos in de strijd tegen Maccovius de zijde van Amesius.

Zowel Nederlandse als Latijnse stukken heeft Walaeus op zijn naam staan. In de vroegmoderne tijd was Latijn immers de voertaal in de wetenschap. De werken van de Walaeus werden dan ook gebundeld onder de Latijnse titel ‘Opera Omnia’ (alle werken).

Een van Walaeus’ traktaten, die hij overigens al in 1615 schreef, betrof de rol die de overheid zijns inziens moest hebben bij kerkelijke en godsdienstige zaken. In dit stuk (‘Het Ampt der kerckendienaeren’) valt onder meer te lezen dat de overheid niet neutraal moet zijn, maar zich juist moet inspannen om de gereformeerde kerk te beschermen. Predikers die de gereformeerde waarheid bestreden, moest volgens Walaeus zelfs door de overheid afgestraft worden.